Ooft & Warmoes

Ooft en warmoes

Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust


Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit


Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof

De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik

dinsdag 6 mei 2008

Het lot wel gevallen

Het is als vanzelfsprekend welgevallen als je een dag achter de rug hebt waarop van alles goed ging. Fruit hing na verwachting, zo sterk zelfs dat even stoer doen er wel bij paste. Peer, stijf in het gelid, krijgt zo een heel andere dimensie dan wanneer je een stukje erotiserende werking zou duiden. Peren ogen als kandelaartjes zo opgestoken trots, of beter, toortst alles naar behoren hoog boven de prille blaadjes uit.















Verwachtingsvolle dagen met halfwas fruit. Stoere taal wil je er bij staan uitkramen waar het de kruisbes betreft. Ontwikkelingsstadia ten over. Alom moest het zijn.















De tuinen heb ik verder afgewerkt vandaag. Afegraasd, vanwege een te lage spanning op mijn LCDtje bij het laatste bezoek. Zo'n moment waarop je denkt "verrek mijn batterij is op".
Een probleem dat kenmerkend is voor de modern levende mens. Vroeger kon je analoog doorgaan vermits je filmrolletjes het toe lieten.

Alles huppelt door de lente gelijke tred houdend met de temperatuur. Onvoorstelbaar veel leven hangt er in de lucht. Botten, kiemen, zaaien en weer wegschoffelen. Alles op zijn tijd maar liefst wel vandaag.















Afdekken is de methode om die kloterige lente, in ogen van sommige tuinders althans, de kop in te drukken. (Het plaatje illustreert ten onrechte dit fenomeen, immers hier is het kerkhof van de overleden kruidenhof slechts te zien. Maar het idee is rechtsgeldig voor de gerenommeerde niettuiner.)
















Oogsten heeft naast praktisch nut voor dit type doezelfsnijbonen meer iets van "verdomd lastig, om alles eerst in de grond te proppen om het maanden te behouden tegen woekergewas en aansluitend aangevreten gewassen te oogsten waar de honden geen brood van lusten. Veel werk voor noppes, hup doek laten vallen en op vakantie!"










Niks mis met zulk tuinvolk, ze geven een verfrissende kijk op de groenteboer bij de super. Die moeten immers ook waar voor hun geld, desnoods van luie opsodemieterende warmoezeraren.
Beelden? Jaja ik kom, hier zijn ze, immers niks lastiger dan inbeelden van tekst. Het dient gestaafd te worden. Ze staan in de tekst en heb de plaatjes al gade geslagen eerder dan ik dit type.











Sommige tuintjes hebben ook iets mystieks. Een tuinnummer of iets anders verraad iets van hun aanwezigheid maar daar blijft het dan ook bij, gissen op z'n minst.











Weer anderen verraden hun aanwezig door absoluut niets prijs te geven dan juist een nummer. Daar verraden enige pogingen tot afbakening nog de noeste arbeid uit het verleden. En dat is soms niet veel meer dan een jaar geleden. Al lijkt hte in de lente een eeuwigheid terug in de tijd.

Oh ja uiteraard wordt er ook gewerkt, niet zozeer in het zaaischema op orde houden als wel gade slaan wat het spul allemaal uitspookt. Veel, dat moet gezegd uit ieder perspectief bezien.

ik ben

ik warmoes me door de seizoenen
wenselijker wijs gesproken
liever gouden regen met
enige hang naar haagwinde
verslingert aan dit leven