Brandenburg, alles is hier zo zorgvuldig uitgemeten recht toe recht aan staan afstanden aangegeven reikend naar godshand, hij was gezegend, en namen gaf.
Het keurslijf als gezichtseinder, geen woord teveel of brak het af voor straf. Afgepast kent hier zijn waarde en wordt daarop geschat. Het oog beziet de mond met wikken, weegt daar iedere klank. Opgevoed met ja en amen. zwijgrecht wordt een voorrecht voor wie spreken mag, weggelegd of voor de beurt.
Dit is de tuinder, onder zinderende hitte gebukt gaand tast hij naar zijn plantgoed. Stammelt bars, of is dat verlegen, 'de schaduw daar is het beter', al ontbrak daar menig lettergreep uit zijn betoog. Hij neigde nog het hoofd, nukkig met blonde lokken, waarmee hij uitdrukking gaf aan zijn gelaat.
Veel te veel plantgoed, bekneld in plasticpotten opgehokt, vertegenwoordigde naast etiketten de bastardwederik. Onooglijk klein rose bloemig gratis meegeleverd.
In de prijs scheelde het ook niet veel of het nu sleutelbleom danwel de flox werd aangeprezen. Het betrof altijd een- of meerjarig pootgoed.
Een abstract begrip was ook de naam die hij de kwekerij mee had gegeven. bij het betreden werd je er op verschillende wijzen op gewezen en op aan gesproken voor je het vergeet. rasquert is ook te klein om er om heen te lopen, ergens bekruipt je het gevoel dat tuinders hier een eigen leven leiden los van alles wat bestaat.
Ooft & Warmoes
Ooft en warmoes
Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust
Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit
Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof
De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik
dinsdag 29 juli 2008
Abonneren op:
Posts (Atom)