Ooft & Warmoes

Ooft en warmoes

Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust


Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit


Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof

De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik

dinsdag 20 mei 2008

De tuinman

ik wil wat woorden vuil maken
zoals hij zijn handen aan de aarde
met wat hij uit de grond
van zijn hart gehaald heeft

bij duizenden kinderen gezaaid
komt hem duurzaam te staan

zoals hij plantte levenslang
jaar na jaar het rad van natuur
voor al die jonge ogen draaide
zijn gang uit liet gaan