Ooft & Warmoes

Ooft en warmoes

Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust


Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit


Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof

De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik

zaterdag 5 april 2014

Netjes

De tuin ligt er netjes bij
tegen het gevogelte

Voorts is alles strak
in rijtjes bedden
keurig proper
zoals t in de vijftiger jaren
betrof
toen alles nog
verkrampt in de startblokken
stond
voor de warmoes van de zomers
rond de zestigers
die toen nog schalks
maar onbeduidend toch
niet zo
afgetuigd mondig
als de huidige babyboem
welk onbetamelijk hebberig
weer toch
hun ware aarde grondiger
nog ten gronde richten