Ooft & Warmoes

Ooft en warmoes

Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust


Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit


Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof

De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik

zondag 1 oktober 2017

de insectenval voor de moestuinder

malaiseval incognito op de moestuin in 2002
er heerst schaarste momenteel
eerst was er nog sprake van teveel
maar dankzij de malaisetrap blijkt thans
het is slecht gesteld zeg gerust gans
het insectenrijk staat op instorten 
de potten alcoholverzopen gasten
van dertig jaar geleden verrasten
de onderzoekers van toen temeer
nu uit dezelfde pot keer op keer
minder beesten vissen dan weleer
een schokkend feit dient hier zich aan
straks is het met de hexapoda gedaan
rest ons nog teloorgang van de natuur
waar het mensdom o zo stom te duur
komt te staan en van de rekening baalt
die goed gespecificeerd en vrij vertaalt
geen homo schijnwijs goed verstaat

we verliezen de natuur niet uit het oog
maar waren de natuur al zoveel eerder 
kwijt terwijl moedernatuur ons zoog
wij van luier verschoont onszelf vereerden