Ooft & Warmoes

Ooft en warmoes

Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust


Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit


Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof

De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik

vrijdag 29 januari 2010

Haar kooklust

I
Hij was begerig, likkende vingers vochten zich droog aan haar schort. Ze veegde de pan uit over zijn oververhit gerecht dat uitlekte als een vergiet. Druppelgewijs poriëde hij, als wijsneus, een zweterige molodietje uit zijn huid. Het sopte nog als vaatkwast in een vuil wijnglas. Haar kookkunst verlepte het frisverse blad, een groenteidee dat zij in zich had. Dit alles tot slot.

II
Geoogst uit een moestuin waar zoveel voeten in aarde haar schoot bedroog. Met bloedrode bieten waar ze het loof afschroefde, gelijk in de nabijheid de ui verpelde in schillen tot huilenstoe beroerde waar ze bedroeft van genoot. Een stamppot met penen hard getrokken in soepele lust van gehurkte beweging tot kleermakerszit. Alles bij elkaar genomen salade, romig met licht zoetzure nasmaak. Van zaad nog voorzien, uit de dille gerijpte bloemhoofden. Die haar gulzige zinnen opgaand tussen duim en wijsvinger geoogst had laten rukken weeïg maar zacht.

III
Het meeste genot lag in de aardappel, dungeschild tot vleesgelig gaar gekookte puree, een gemoedstoestand vol weelde waar ze hijgerig van werd. Tot net bij't wezenlijk wortel met ui de smaak van stampot in samengestelde zin hem bij bij haar liet doordringen hoe krachtig het ging. Het smaakte volledig afgedekt bij het tafelen in beide voldaan werd het bestek terzijde gelegd.

IV
Zij doofde het vuur wat hij had aangelegd in haar haard. Met armen gekruist na de afwas was de vaat al gedaan. Een afdruiprek werd doorgegeven van hand tot hand tot zij het verhing achter de kastdeur. Geen mond hield besproken wat smaakte naar meer.

V
Een servet, wat morse tekens en gevlek op het tafellaken, dat uitgeklopt luchtig werd toegevouwen. Waar geen dag meer uit ontbrak, toen gewassen de handen tot afsluiten toe de lichamen aftastten verzadigd krom van slaap.

vrijdag 15 januari 2010

Voorbije tijden


De roest treedt buiten de bedoeling
hier vermoed ik noest het rot
dat door de jaren heen gevreten
de spade weer laat weten
hoe vergankelijk het leven
speelplaats gelijk
is om in te streven
naar nieuw bereik
van zomers klaren
Posted by Picasa

dinsdag 5 januari 2010

Je hebt alijd een kruiwagen nodig.

Maar hoe staat het daar in de winter mee?
Ze roesten wat
Bedekken zich tegen de winter koudeVerschuilen wat achter kippengaas
of staan gewoon goed gevuld weer klaar
Maken op de kop gezet een eigen verhaal

Nemen de moeite om 't  jatten tegen te gaan, zich goed te verzekerenMaar uiteraard maken ze ondertussen stiekem warmpjes ook kinderwagentjes