Ooft & Warmoes

Ooft en warmoes

Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust


Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit


Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof

De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik

dinsdag 29 december 2009

Winterrust

De kruiwagen kopt goed fotogeniek, evenals de uitstekende zonnebloemen. Dood als een pier is niet van toepassing hier, want al spittend door de aarde blijkt niets levender dan een pier in de bodem van het bestaan.
Dus dood als een zonnebloem in wintermaanden, geeft beter een afgestorven wereldbeeld. Schoonheid kan gemeen koud zijn en goed uitgedrukt worden in beelden.









Genieten van het vergankelijk leven, piept knoflook uit de winter, dat omgeven door witte weelde, mijn oog verblind. Ik maak het voor eeuwig met het in digit@@l

verslaan van deze maagdelijke aarde
.

donderdag 17 december 2009

Het was van koud ontgonnen gronden


dat vurig rode melde doortrokken regels
krachtig smakende pastinaakt
in onomwonden groenlof zinnen
van vruchtiger aardbei in het lover
het malser groen spinazie in de ogen
sprak in aalbes bevochtigde lippen
de zomerse nadagen ronduit oren
het wijd spreiden van het zaad 
over de bedden wilder worp
waaruit als kolen krachtig spruiten
waar de r uitsprong in kleiner kiem
tot wasdom stijf in de holte
nauw omsloten bloembodem
dat de lust tot oogsten droeg
na voldongen seizoenen groeien
rijpend nachtvorst nakend
in de grond van eerder maagdelijk
wit uitgeslagen levenslust

maandag 7 december 2009

Moro L

De schrik zat er goed in de angst
voor de gestreden strijd de tijd
die alles glad strijkt op papier
verwoest de moestuinier voor z'n plezier
klad(den) er in gezet maakt het bangst

een levenszaak een levenstaak
een verwoestend relaas
een kapot eeuwen oud verhaal

van jaren verse grond beminnen
door seizoenen omspitten
is uiteindelijk verloren oogst
een massaspot die het moest
winnen hysterisch door de ringen

verdween de lyriek van Villiers aan Lea
gelukkig is mij dat dieptepunt bespaard
gebleven in Lstad waar warmoes won
van stedelijk gewin bezegeld

in een convenant dat op gevoel
en met verstand de elstar
eeuwig stralen laat naast bramley
de zaailing in vruchtbaar boeren
gezond verband zonder morrelen.

____________________________
de politicus verloedert
met sport naarstig velen maar
ik leg mijn onderspit te rusten
wat ik hier gedolven heb

donderdag 5 november 2009

Ach knol gewassen,

Ach knol gewassen ziet roder
maar uitgekookt bloederig ook
dan de liefde waarmee de ui
getrokken uiteindelijk
tot janken toe bereid is

zo is het leven tol betalen
gelijke munt tot thee geschonken
afdronk waar je het mee wilt doen

het is te zaaien of te poten
lopend of in de kiem gesmoord
eens losbandig komt het weder-
om tekorten verzilveren

tot smakelijk eten toe bereid
staan wij alleen uiteindelijk
voor de allerlaatste rui
een gewisse tijd maar ook
het lijf wil nog veel doder

vrijdag 7 augustus 2009

Ik zie mijn slachtoffers al komen

Al wijken zij ernstig van mij af. Net lopende schoenzolen, gekraagd en van onderen gespierd. Ze glijden, onbewust, bewegingloos van mij weg. Een levensvorm, nog onbegrepen, spreekt mij niet aan noch tegen. Richt onbedoeld wel schade aan met vreten. Dat dan weer eerder het schrapen van een wonderbaarlijke vorm blijkt met hun tandloze mond. Waarmee ze nooit spreken. Bij het ontleden verraden ze hun oogst, hoofdzakelijk een slasoort. Verre favoriet boven alle andere bladgewassen, ijsbergsla met name geniet hun sprakeloze mond.....

zondag 2 augustus 2009

Halfwas

Neerslag in het gewas, de pronkers halfstok door de wind bijna ingehaald. Ik oogst me rot aan rijp fruit. Tegen slakken is geen kruid opgewassen, bij tijd en wijlen leg ik er eentje open en zie mijn bladsla tot moes weer vloeiend uit hun gespierde lijf terug stromen de grond. De kroon spannen de princessenbonen tegen iedere verdrukking in huishoog de vaandeldragers in mijn hof. Met bloed, zweet en tranen van het bietenrood loop ik te hoop met mijn rapen te koop. Leuren heeft geen pas in de overdaad van dit orgasme van puur genot waarin de groene weelde zich tooit. Het is lopen over spitskolen van vreugde ...ik loop dan ook over van genot van al die kapot gevreten kolen. Mijn medetuinders zijn met een voetzool alles de baas tot op het moment dat ik, spugzat, ten strijde trek met zakmes in aanslag voor een slachtpartij onder deze wildbraad. Geen slak blijft ongenaakbaar bij het zien van dit geweld onder de naaktslakken dat ik pleeg. Hopend op wat minder neerslag om die reden en de prangende vraag: "wanneer kom ik de egel tegen, behoudens scharrelend rond de plas".

Het gaat bergafwaarts met de eksters nu de fruitoogst binnen is gehaald, zo mikken nog op het laatste blinkende glas dat werktuigelijk voor hen is uitgestald. Zonder veel baat overigens, het haalt niets uit, zij verblijven gewiekst van mijn farmbozen af.

woensdag 1 juli 2009

Het puilt

komt uit en barst in de geledingen
hier ligt de oogst in notendop
paars gewoonlijk uitgerust
als maaltje peulvruchten
lustig voor het oog
komt de zomer voor de oogst


Posted by Picasa

zondag 28 juni 2009

Piepers en prei

Geoogst, Anais is weer knol op aarde ipv plant. Het laatste quart geoogst, dit is tweemaal vijf meter á ca 35 kg. Zo, veel duidelijker kan een verkooppraatje niet klinken. Ik verzwijg de vraat en schimmel in eerste aanzet door resp. de naaktslakkenfamilie en phytophtora maar voor gemak. Ik was te lui, te sloom, te traag en dom om niet alles in een keer te oogsten. Ook speelde hebberigheid een rol, door wachten met oogsten zouden de herfstreuzen potlooddik en de knoloogst veel groter zijn. Het eerste klopt het tweede niet.

Preiplantjes uitpoten is voor varkensboer spelen die beroepshalve de kloten heeft om ze bij z'n biggen weg te snijden. De lul zou zelf geslacht (tussen de benen) moeten worden (ontnomen). Met de plantjes bega ik puur sadisme. Eerst uitsteken op de ooit gezaaide regel. De kluiten uit de wortelkluit meppen. Dan komt 't. Je knijpt tussen duim en wijsvinger de wortels tot een centimeter onder de wortelhals en draait alle blaadjes tot ca 10 cm.wat rest is een stompje dat om de 20 cm binnen en 25 cm op de regel gepoot wordt.
Smakelijk eten over 2 maanden, met dank aan de geduldige prei.

vrijdag 19 juni 2009

Boemkool

in den beginne zat de knop nog voor het smakelijk weten
Posted by Picasa

vrijdag 5 juni 2009

Posted by Picasa

Capucijner

Posted by Picasa

zondag 24 mei 2009

De geschiedenis van Bloemkool

Geweldig tegenlicht en vruchtbeginsel van het bloemkoolhart, dat zijn de ingrediënten van het ochtendverslag.
Pril nog vol met dauw omgeven loopt de zon op tot het over de haag heen belichting geeft aan het verdampende deel dat aan de gewassen kleeft. Juist op het allerlaatste nog slechts omgeven door een waas van het condens snapte ik de bloemkool in notendop. Ongekend propje leven door de slakken over het hoofd gezien. Alleen de kiembladeren wat aangevreten bleef het geheel onherkenbaar in detail bekeken door een macrolens.
Posted by Picasa

zondag 10 mei 2009

Ruggen recht

De aarde was woest en ledig
toen hij kwam en zag dat alles goed was
Posted by Picasa

maandag 27 april 2009

details




Posted by Picasa

details

Posted by Picasa

woensdag 11 maart 2009

Op erfpacht

Naast alles wat ik uitgelezen al bezat, was het de koolhaas die m'n tuin leeg vrat. Een uitgesproken bokkensprong maakte telkens dat hij ermee weg kon. Telkens als ik dacht grip te hebben tussen de regels was hij verkeken.

Ontsnapt aan de aandacht die ik schonk waren ook mijn gewassen uitgetrokken. Aardde steeds minder voor het begrip het verstandelijk nut tot telen. In die zin dat ik er wat van begreep hoe iedere kiem die wortel schoot hoe pril ook weer werd onttrokken aan mijn oog.

Tot wasdom komen was tot slot iets dat ten lange leste ook ontschoot. Vertrapt door huppelend wegbewegen las ik het zaad voor het vergooien en liep verstrooid de moestuin uit. Daar uitgelezen in de kou het boek afsloot waar ik van het volle leven toch genoot.

woensdag 25 februari 2009

Aangeënd

Wouw, groene vingers.

Het komt je zwaar te staan,
als je contaminatie toestaat.

De aarde spreek ik met de spade aan,
want waaruit komen alleen de woorden vandaan die poezie heten.

Met het lichten van de schop zie ik grond uit vreemde lagen uitgewoond, met brokken en scherven van een eerder leven.
Een armoedig zooitje, dat rust hier uitgeleefd in stukken porselein en ander aardewerk.

Laag voor laag opgediept; van lege ontbonden bruin kool zink batterij dat als koolstaaf ontbloot, ontladen van de hand gedaan. Ligt nu als krijtstreep opgetekend op papier.In het puin dat ze nalieten was te lezen hoe de eeuwen hier in armoede zijn gestorven op een nutteloze dijk, een lichaam ooit door vele handen opgeworpen tot veilig onderkomen. Was niets meer dan een woonstee voor uitgeleefden.In zwart wit was bitter het vuil zelfs nog amper een eeuw geleden bewezen.

Het gevonden blauwe tegeltje met een gewiste spreuk deed afbreuk aan mijn woorden. Maar de grond is nu gesaneerd van harde feiten uit dit verleden om het tere weefsel van zaaigoed ruimte te geven. Wortels uitde kiem maken het geheel bewerkelijk dit voorjaar.

zondag 22 februari 2009

Kruien

Stront genoeg. Hij had er schijt aan. Deze karrevracht was mij gegund. Dampend vers als couplet van de laatste resten uit dit leven; paardenmest.

Mij stemde het tevreden met wat boer Bart me naliet. Hij was het immers liever kwijt dan rijk door fooien geven. Nu rest mij het kruien nog. De yoga van het rijke tuinleven. Om de bodem via een omweg weer terug te geven wat ik aan mineralenschat geroofd had uit haar vruchtbare schoot.

De vork, een veeltandig monster, steekt uitstekend in deze grafheuvel van het leven. Gretig vreet het grote happen uit het lijf dat droop van zegen.


Het regent terwijl ik de hoop vermoord met mijn haaientanden. Ik vier mee in deze feestvreugd delen. Met hart en ziel drijft mij de spot hier in de gier die al moordend zwaar uit deze berg bloedt.Hompen stront gaan naar de vaalt. Opgemengd met het afval van de gaarkeuken schep ik laag voor laag de reststromen van de schranspartijen op elkaar. Waar het leven uit bestaat komt hier tezamen prekend ja en amen: Het wel naast wee lijkt wel haast hiernamaals te zijn.Drijf hier de spot maar eens mee. Vergankelijkheid kent, hier op mijn compostbult, geen einde.
Het eeuwig leven uitgedrukt heeft eindelijk een gezicht gekregen.
Ieder einde vormt een nieuw begin. Leven wordt hier op de schop genomen. De spot bedreven met wat ik graag geestrijk voedsel noem.

Door steeds kleinere monden opgenomen breekt het laatst herkenbare deeltje materie af. Niet tot stof, maar tot aarde.

Waarin tot slot ik weer de bodem bedek. Daar wortelt dan weer bedacht gewas. Dat gretig met haar zuigmondjes de plant voorziet van voedingswaarde: ik zorgzaam haar bedien om nog dit jaar terug te nemen van alle energie die ik in deze kringloop stak door haar weer op te vreten.

Helaas doorbreekt mijn stoelgang deze cyclus, en dient boer Bart het tekort weer sluitend aanzuiveren.

donderdag 1 januari 2009

uiteraard in 't wit


Alles rijpt, hecht aan de aarde. Bladeren worden kerstkransjes en de composthoop zetel voor de nachtvorst. De kippen hebben een veelvoudig volume en ervaren de bodem hardvochtig. Niets biedt uitzicht op de dooi. Ik hoor denkbeeldig grondverzet in de uit de kluiten gewassen warmoezerij.
Er scharrelt dagelijks kakelbont pluimvee over de teeltlagen van de ingerichte bedden. Met veel gesnatter weerstaan zij het weer. Dagelijks eieren, maar ik geniet meer van hun eigenheid, hun innigheid die ze met zichzelf hebben. Zo vanzelfsprekend kan gedrag dus zijn.