Ooft & Warmoes

Ooft en warmoes

Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust


Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit


Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof

De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik

donderdag 5 november 2009

Ach knol gewassen,

Ach knol gewassen ziet roder
maar uitgekookt bloederig ook
dan de liefde waarmee de ui
getrokken uiteindelijk
tot janken toe bereid is

zo is het leven tol betalen
gelijke munt tot thee geschonken
afdronk waar je het mee wilt doen

het is te zaaien of te poten
lopend of in de kiem gesmoord
eens losbandig komt het weder-
om tekorten verzilveren

tot smakelijk eten toe bereid
staan wij alleen uiteindelijk
voor de allerlaatste rui
een gewisse tijd maar ook
het lijf wil nog veel doder