is eenzijn met je zelf
door te wachten en wachten
in verwachting daarop
tussentijds
je deelt een huis en leven
in tijd en ruimte met elkaar
de een als zwaluw in de lucht
op de vlucht bij overwinteren
in barre tijd
de ander gekluisterd in zichzelf
steeds meer bevangen door te zijn
Ooft & Warmoes
Ooft en warmoes
Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust
Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit
Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof
De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik