Ooft & Warmoes

Ooft en warmoes

Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust


Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit


Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof

De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik

dinsdag 29 juli 2008

Worteldoek

Brandenburg, alles is hier zo zorgvuldig uitgemeten recht toe recht aan staan afstanden aangegeven reikend naar godshand, hij was gezegend, en namen gaf.
Het keurslijf als gezichtseinder, geen woord teveel of brak het af voor straf. Afgepast kent hier zijn waarde en wordt daarop geschat. Het oog beziet de mond met wikken, weegt daar iedere klank. Opgevoed met ja en amen. zwijgrecht wordt een voorrecht voor wie spreken mag, weggelegd of voor de beurt.
Dit is de tuinder, onder zinderende hitte gebukt gaand tast hij naar zijn plantgoed. Stammelt bars, of is dat verlegen, 'de schaduw daar is het beter', al ontbrak daar menig lettergreep uit zijn betoog. Hij neigde nog het hoofd, nukkig met blonde lokken, waarmee hij uitdrukking gaf aan zijn gelaat.
Veel te veel plantgoed, bekneld in plasticpotten opgehokt, vertegenwoordigde naast etiketten de bastardwederik. Onooglijk klein rose bloemig gratis meegeleverd.
In de prijs scheelde het ook niet veel of het nu sleutelbleom danwel de flox werd aangeprezen. Het betrof altijd een- of meerjarig pootgoed.
Een abstract begrip was ook de naam die hij de kwekerij mee had gegeven. bij het betreden werd je er op verschillende wijzen op gewezen en op aan gesproken voor je het vergeet. rasquert is ook te klein om er om heen te lopen, ergens bekruipt je het gevoel dat tuinders hier een eigen leven leiden los van alles wat bestaat.

woensdag 16 juli 2008

uitgekookt

In mijn T fort, een wagen op één wiel met een toepasselijke naam om mee te kruien. Afgeladen vol piepers waan ik me zo ongeveer een oud minister van financiën, later minister president voor ie voor het groot geld nog betogend dat ie wel invoelend was met licht bevlogen medemenselijkheden. Het kan verkeren, dat je met alles naar de hand zetten de ballen verstand hebt van de gebeurtenissen anders dan het proces. Of het nu om wormen, onderkruipselen, gevleugelde hoog bevlogenen of medemenselijkheden gaat van allerlei pluimage.

Bij mij gebeurt dan ook van alles dat ik niet of nauwelijks begrijp en veel verder dan uitgekookt wat grond toevoegingen en piepers poten kom ik niet. Al oogst ik wel de knollen als rooie duiten van een commissaris die zijn salaris ook verdient met slappe taal. Een kar vol zekerheden staat in de zon te smoelen als een succes verhaal.

Er zijn zo ook allerlei processen gaande die ik gade sla zonder te beseffen dat mijn invloed geldt als het geld van de smeermiddelaars die vuil werk maken met gladstrijken van hun beursverhalen. Fortis is zo'n mekkeraar die al prekend de boel naar 't honderd jaagt en gouden handdrukken ten over verstrekt aan armtierigen van geest.

Nooddruft heeft zo weer een moderne betekenis met deze uitgekookte heren. Altijd sociaal bewogen mensen bestieren waar het zo uitkomt om hoger op te komen. Aanzien verwerven van hen die het echt verdienen. Ik loenste naar de junikever waar ik, dankzij of desondanks mijn aanwezigheid, geen grip op had dat hij mede oogstte van een samengesteld bloemhoofd dat ik ook al niet bepaalde om berenklauw te spelen in mijn hof.

Ze gaan hun gang maar als aandeelhouder van ditooftfeest, ik neem mijn deel uit de bodem van mijn hart en geef de rest terug aan rondvliegenden, zij die als proletariserenden ook meer verdienen dan ze ontvangen als arbeiders van het groot kapitaal.

maandag 7 juli 2008

onvoorwaar

lijken ten over zo op het kerkhof uit elkaar geslagen. Aambeelden zijn het, kiezels op het smalle pad waarop de merel zijn snavel met een mokerslag op stuk slaat in de hoop het huis te breken waar de slak zich veilig acht. Kraken in de nieuwste betekenis van het woord. Hoewel moker en mokum verwant zijn aan elkaar. Daar ik die hoofdstad slechts ken als chronische bouwput van een ontstoken aardkorst is het om andere reden ook verwant aan slopen. Daar hielden jaren geleden ook bendes zich onledig met vechten tegen de bierkaai. Groot kapitaal wint steeds meer terrein sindsdien, wellicht biedt het zelfs onderkomen dan die onverzetsbewegingen die de jaren zestig en nadien een volgend decennium bewogen. Het oogt dan ook wel leuk om te zien hoe kraken ook anders kan klinken door toedoen van een kereltje met zo in de avond de hoogste noot.

Ik, omdat ik zo los en ledig ben hangt er een slotsom om de mond. Bij wijze van spreken kraakt de bodem ook als de zon er te lang op zit, in zijn voegen tot het barst. Dat was en is zo, zelfs na wat tegen, zijn droogte scheuren vochtplekken op de korst. Eczeem dat natjes doorgeeft waar het van doordrong, water. Daar worden plantjes gelukkiger van.



(de foto's tonen Giesen zo halverwege zijnde nestje peren in wording.
(onderste beeld mijn viervoeter uit, die geniet van haar oude dag.Dit behoudens de momenten dat ze aan haar jachtinstinct moet toegeven en achter kluiten, stokken en rotte oogst aanrent die ik haar doe toekomen.

donderdag 3 juli 2008

Het heeft wel iets

van het hiernamaals in zich. Tussen kakelbont en rankmus door de ochtend heen genomen. doorgenomen is de regel met de spitvork nauwkeurig afgetast op aardappelen. Je ontwaakt tussen heggenrank als teer weefsel over de aarde uitgelegd.

In bonen gaat een mysterie gepaard wat alleen bij peulvruchten bestaat als ontluiken van een pril begin. De schepping in notendop van de doperwt is daar voorbeeld van.



Paars gemutst was, tot bijna zwart, de cobra nu van boontje in de grond tot wasdom bijna vrucht maar licht lila speelt het nog even droombeeld.










Druk bezochte winkelnering van de klaproos door zweefvliegen afkomstig uit de regenton, vermoed ik. Wil je me kennen schreeuwt de papaver luid, en zweer bij alle bloemen haar geslachtsdeel ontmaagdelijk wijd dat het welhaast onzedelijk lijkt hoe de Syrphids huishouden.









Ik schrijf gisteren met volle teugen onweer waarna alles wakker geschud nog nadruipt hoewel één steekdieper kurkdroog er nog niet om liegt dat meer neerslag mag komen. De aardappel komt vandaag op de eerste plaats met rooien ik steek gewis de nesten knollen uit die rondom de stengel zich vormden. Het heeft iets weg van giesers die nu blozend zich ook nestelen in het gebladerte van de leiboom. Omvangrijk, als zo een koninkrijk al bestaat zou ik dat willen noemen zijnde de last van vruchten dragen.






Ontvankelijk is kweekgras wat losser in de aarde nu ik steek. Paden worden weer platgetreden als je even niet aanwezig nu de tuin weer betreedt. Je wordt je eigen spoorzoeker met als welkom de stokboon die blauw aangelopen bloeit. 'T is de cobra van eerder, toch mooi meegenomen dat ik die niet mis.
Ja dan is de bedekte aarde in schierlijk contrast tegen lelijk weer eens iets om tegen kunst-stof gekant te zijn en blijven waar het de grond vermag overwoekerde aarde te gelijken.

dinsdag 1 juli 2008

Van heel wat en nog zo wat

te verstaan gegeven. Alsof ik langs hem heen sprak keek hij de andere kant op. Niets bewoog vandaag de dag nog, alles leek ook lichter zo. Drukkend hoorde ik ook nog terwijl hij zat te midden van zijn piepers. Veel werk heeft ie er aan opgehaald zo grondbewerkend, nadrukkelijk in de ochtend. Je kon de vogels horen met hun vroege zomerloomte.

Ik zweeg even voor de zekerheid of ie wel uitgesproken was. Ja na vijf minuten wist je zoiets zeker, gelijktijdig dat ie opstond. Bonenstaken van gebroken takken raakten steeds meer bekleed. Het ging hard dit voorjaar waarin de poolkap voor het eerst ijsvrij heeft. Grinnikend dat de tuin daar nu juist geen hinder van ondervindt was hem een raadsel, zo bleek. Warm wel deze aanloop tot de grote vakantie, al jaren thuis, het was te duur om telkens een vlucht te nemen naar het zuiden. Spanje komt naar u toe deze zomer, was een tweede cynisme over het klimaat.
Microklimaat mompelde ik hij staarde me aan over zoveel onbegrip omtrent zijn tuin. Nee 3 are, al sinds jaar en dag. Nog even en tien jaar pensioen zit hier in de bodem gewerkt, ik doe er nog eens tien bij met compost.

Gisteren nam ik afscheid van mijn 29ste, hij begreep me verkeerd. Ja scheiden is loslaten op z'n minst. Ik hield het er maar bij dat het ook een huwelijk betrof. Hoewel de seizoenen wisselen mij eerder bracht waar ik wezen wilde met 10 maal piepers op het zelfde stuk tegen de aardappelziekte. Ja de aardbeiden verhuisden mee. Meer een woordspeling van de natuur, dat vruchtwisselen. Gek dat je dat nooit bij de landbouw ziet. Ik maakt de 40 vol durf er m'n tuin om te verwedden om de dooiedood wellicht. Zo na drie grappen had ik het wel gehad. Nam afscheid en stak als groet mijn hand op. Hij knikte zorgvuldig en wist al eerder dan ik dat de conversatie stuk liep op zwijgen. Gebukt en diep verzonken in de uien die weelderig knikten op de bol met loof verbrak hij met een nog diepere zucht je gaat er wel van huilen zo vers van't land.

Te heet nog deze avond vond ik om er nog verder bij stil te staan hoe de merel mij herinnerde aan de eerste zaden op de maagdelijke grond, lichte zavel toen er kon nog smetvrij tomaat groeien, ook de wortels waren nog gezond. Die stonden alleen beschreven in de boeken met hun kwaaldieren en plagen van besmettelijke aard. Ik gaf, nee geef het op, de tuinbonen doppen de wachten op de gieser dan stop ik voor goed. Je moet het hek zacht laten vallen achter je anders gaat het stuk, ik groette hij knikte en reden weg.