te verstaan gegeven. Alsof ik langs hem heen sprak keek hij de andere kant op. Niets bewoog vandaag de dag nog, alles leek ook lichter zo. Drukkend hoorde ik ook nog terwijl hij zat te midden van zijn piepers. Veel werk heeft ie er aan opgehaald zo grondbewerkend, nadrukkelijk in de ochtend. Je kon de vogels horen met hun vroege zomerloomte.
Ik zweeg even voor de zekerheid of ie wel uitgesproken was. Ja na vijf minuten wist je zoiets zeker, gelijktijdig dat ie opstond. Bonenstaken van gebroken takken raakten steeds meer bekleed. Het ging hard dit voorjaar waarin de poolkap voor het eerst ijsvrij heeft. Grinnikend dat de tuin daar nu juist geen hinder van ondervindt was hem een raadsel, zo bleek. Warm wel deze aanloop tot de grote vakantie, al jaren thuis, het was te duur om telkens een vlucht te nemen naar het zuiden. Spanje komt naar u toe deze zomer, was een tweede cynisme over het klimaat.
Microklimaat mompelde ik hij staarde me aan over zoveel onbegrip omtrent zijn tuin. Nee 3 are, al sinds jaar en dag. Nog even en tien jaar pensioen zit hier in de bodem gewerkt, ik doe er nog eens tien bij met compost.
Gisteren nam ik afscheid van mijn 29ste, hij begreep me verkeerd. Ja scheiden is loslaten op z'n minst. Ik hield het er maar bij dat het ook een huwelijk betrof. Hoewel de seizoenen wisselen mij eerder bracht waar ik wezen wilde met 10 maal piepers op het zelfde stuk tegen de aardappelziekte. Ja de aardbeiden verhuisden mee. Meer een woordspeling van de natuur, dat vruchtwisselen. Gek dat je dat nooit bij de landbouw ziet. Ik maakt de 40 vol durf er m'n tuin om te verwedden om de dooiedood wellicht. Zo na drie grappen had ik het wel gehad. Nam afscheid en stak als groet mijn hand op. Hij knikte zorgvuldig en wist al eerder dan ik dat de conversatie stuk liep op zwijgen. Gebukt en diep verzonken in de uien die weelderig knikten op de bol met loof verbrak hij met een nog diepere zucht je gaat er wel van huilen zo vers van't land.
Te heet nog deze avond vond ik om er nog verder bij stil te staan hoe de merel mij herinnerde aan de eerste zaden op de maagdelijke grond, lichte zavel toen er kon nog smetvrij tomaat groeien, ook de wortels waren nog gezond. Die stonden alleen beschreven in de boeken met hun kwaaldieren en plagen van besmettelijke aard. Ik gaf, nee geef het op, de tuinbonen doppen de wachten op de gieser dan stop ik voor goed. Je moet het hek zacht laten vallen achter je anders gaat het stuk, ik groette hij knikte en reden weg.
Ooft & Warmoes
Ooft en warmoes
Ik oogst het rot de fruitgaard uit
als levensdoel en lijfsbehoud
en laat het rijp zich schikken
de zon keert daar haar zijde toe
glansrijk ooft er alle rust
Als eerste al dunde ik
het fruit de junirui het krenten
het vele moes-t-er uit
Ik sloopte ook het hout
de waterloot de beursen
tassen het woekerloof
De beurtjaren nam ik op de koop
maar nu ’t mastjaar er in beurt
oogst ik mij rijk aan wilde mannen
ik stoof tot slot
in kruidnagel en brandewijn
tot weeïg vlees voor vruchtgebruik